top of page
20200428_164855.jpg

A meer richting verwijten -enthousiast, focus. (sfeer; wat wil ik) associëren.

B meer achterdochtig, verward of nieuwsgierig, verkennen. (sfeer; wie ben ik, waar sta ik) dissociëren.

C meer richting afwijzen - accepteren, verbinden. (sfeer; welke verbinding wil ik) differentiëren.

  • Beschrijf de situatie die je als probleem ervaart.
    Het gaat om een voorlopige beschrijving van je probleem. Je kunt altijd weer bijstellen. Je beschrijft de (soort) situatie die je als probleem ervaart.
  • Beschrijf de wens die je bij deze situatie hebt.
    Je zit in een situatie en wilt wat anders, je wilt iets wel of niet herhalen of je wilt anders zijn/doen. Je wilt die... (ontsteking, eenzaamheid, baan, kilo's, relatie etc.) kwijt en...(blij, tevreden, aktief, gezond) zijn. Daar zit je wens. Beschrijf dit zo concreet mogelijk. Vertel het filmisch. Kun je het voordoen. Kun je het nadoen.
  • Beschrijf het verschil tussen die situatie en die wens, dat is namelijk je probleem."
    Er is iets dat er voor zorgt dat je wens nog niet gerealiseerd is. Dat verschil is je probleem en als je geluk hebt dan is het nu al een uitdaging. Zo niet dan doe je de ronde met emotie, lichamelijke reactie, denken en gedrag.
  • Beschrijf dit probleem nu in 1 zin en begin die zin met; "Ik.....""
    Door het in 1 zin te formuleren maak je het overzichtelijk en door te beginnen met "ik (heb een probleem met)" neem je verantwoording. Iemand anders veranderen zal je niet lukken zolang jij hetzelfde blijft doen. Werk dus aan je eigen probleem (eventueel met die ander). Dus wat je zelf voelt, denkt of doet.
  • Waar lijkt dit probleem het meest op.
    A= Territorium-Positie B= Eigenwaarde-Integriteit C= Hechten- Loslaten De energie voor territorium kan bijvoorbeeld gaan over de grond waar je op leeft maar ook over taken die je tot jouw terrein beschouwd. Je kunt het letterlijk en figuurlijk nemen. Positie zou bijvoorbeeld je rol in het gezin, op je werk of in je sociale situatie kunnen zijn. Zeg maar jagen of prooi. De energie voor eigenwaarde/integriteit heeft meer te maken met wie je bent en wie je zou willen zijn/worden, kun je wat je nodig hebt. Zeg maar gevaar of nieuwigheid. De energie voor hechten heeft meer te maken met iets toelaten als bij jou passend. Iets innemen/aannemen letterlijk of figuurlijk. Of juist iets achter je laten omdat het niet bij je past, afsluiten. Zeg maar zorg of verzorging.
  • Welk doel zou je energierichting moeten hebben.
    Dit probleem ga je doelgericht aanpakken waarbij je energie de juiste richting moet hebben. Welke richting heeft jouw energie bij dit probleem. A= Focus of niet. B=Verkenning of niet. C=Verbinding of niet.

Wählen Sie nun zwischen dem Ort, an dem Ihr Denken am nächsten kommt. A, B, C. .

  Ein beschuldigenderer Fokus. (Atmosphäre; was möchte ich assoziieren).

B misstrauischer oder neugieriger, erkunden. (Atmosphäre; wer bin ich, wo stehe ich) dissoziieren.

C mehr Richtung ablehnen - akzeptieren, verbinden. (Atmosphäre; welche Verbindung möchte ich) unterscheiden.

  

Denken ist der Prozess, der einer Situation einen Sinn gibt.

Zum Beispiel könnte eine Person denken, dass sie gemocht wird, während eine andere denkt, dass sie ihn nicht mag.

Das Denken oder Erhalten eines Bildes löst auch einen Prozess der Hormonbildung aus.

Hormone, die langsamer oder schneller werden.

Konzentriert sich auf Verdauung oder Stoffwechsel oder Fortpflanzung.

Hormone, die alle möglichen anderen Dinge beeinflussen.

Der Begriff kognitive Dissonanz ( gegen Ihr besseres Urteilsvermögen) ist daher häufig eine Reaktion auf unbewusste Bilder und Gedankenmuster.

Hier bedeutet dies, dass Ihr Muster nicht kohärent ist und es andere Gedanken oder Bilder gibt, die Sie möglicherweise nicht kennen.

Es ist nicht die Belohnung, sondern die Bedeutung, die eine Erfahrung des Glücks geben kann.

Überzeugungen sind auch in Ihrem Denken.

Sie können diese Gedanken von der dritten Person erneut untersuchen.

Als Außenseiter.

Ist dieser Gedanke wirklich wahr?

Wie würden Sie mit dem entgegengesetzten Gedanken sein.

Gefällt dir das oder ist es so?

Glaubst du diesen Gedanken?

Fragen Sie jetzt Ihre Muskeln, ob Sie diesen Gedanken selbst unbewusst glauben .....

Optional können Sie den Handtest (seitliche körperliche Reaktion) erneut durchführen und prüfen, ob dieser Gedanke auch zu Ihrem Körper passt.

Halten Sie Ihr Kinn am Horizont und Ihre Augen auf dem Boden.

Ein Gedanke gibt mehr hochfrequente Gehirnwellen (Konzentration).

C-Gedanken erzeugen niederfrequentere Gehirnwellen (Entspannung).

Passt dieser Gedanke zu der oben genannten Emotion?

Manchmal haben Sie mehrere Emotionen berührt, aber jede Emotion hat ihren eigenen passenden Gedanken.

Und dieser Gedanke bestimmt die Energierichtung.

Versuchen Sie, sie alle getrennt schlagen zu lassen. Seien Sie kritisch, Ihr Gehirn wird in erster Linie immer die offensichtlichste Vorhersage wählen.

Und gibt dieses Denken dann Verständnis oder eine Erklärung .....

Kurzzeitgedächtnis funktioniert mit 7.

7 Buchstaben, 7 Wörter, 7 Konzepte.

Das Langzeitgedächtnis funktioniert, wenn Sie nach 24 Stunden, nach 7 Tagen, nach 30 Tagen wiederholen.

Stellen Sie sich Ihre Denkprozesse als eine Bibliothek von Bibliothekaren und Archivaren vor.

Nur wenn der Bibliothekar eine Pause macht, kann der Archivar in die Bücher eintauchen.

Machen Sie so oft eine Pause.

NEHMEN SIE LUMMELZEIT.

.

© 2017 Marjo Bird

Stolz erstellt mit Wix.com

bottom of page