Uitvogelen

Eigenwaarde -Identiteit
.jpg)

Onder eigenwaarde /identiteit kun verschillende dingen vallen.
Bijvoorbeeld
​
Wie;
Wie ben je. Ben je echt wat je denkt te zijn.
Kun je onzeker zijn of wil je controle. Ben je nieuwsgierig of angstig.
Durf je angst toe te staan, durf je moedig te zijn of kijk je in de spiegel en zie je iets anders dan jezelf.
Zie jij jezelf.
Wat;
Je kwaliteiten maar ook je beperkingen.
Over welke vaardigheden beschik je, welke vorm heb je en wat moet /wil /kun je nog leren. Waarin liggen je kwaliteiten, je talenten, je waarde, je eigenheid.
Waar;
Kun je meedoen met de groep waarin je je bevindt. Passen je talenten in deze groep.
Hoe;
Hoe kijk je naar wat je kunt/niet kunt.
Wanneer;
Voel je je goed in de schijnwerpers of juist niet.
Voelt je je wel/niet goed, slim, sterk of mooi genoeg, beledigd of aangevallen voor die situatie
Waarvoor;
Kun je erkenning geven aan je beperkingen.
Kun je leren.
Verwondingsangst hoort hierbij.
Bevriezen is hierbij een veel voorkomend woord.
​
