Uitvogelen

A (Mijn) Territorium - Positie (ook wel aanval/contactconflict)
B (Mijn) Eigenwaarde - Integriteit (ook wel inbreukconflict)
C (Mijn) Hechten - Loslaten (ook wel brokconflict)
Het verschil tussen je wens en je situatie is je probleem.
​
Echt waar!
Beschrijf je situatie en vervolgens hoe je het graag zou willen.
Het verschil daartussen is je probleem (of je uitdaging).
​
De vogels hierboven in de tekening hebben 3 problemen.
De eerste zit in een vissenkomen en stapt niet vrij rond in zijn territorium.
De andere kijkt in het water en ziet niet wat hij werkelijk is. Hij ziet een hele andere vogel in zijn spiegelbeeld.
En dan is er nog een nest waar ze zich aan kunnen hechten of niet.....
​
Al onze problemen zijn biologisch terug te voeren.
Ieder mens wil in staat zijn om in zijn territorium, voedsel en groei voor zijn verwanten veilig te stellen.
Zodra hier iets misgaat heeft hij/zij een probleem.
Eigenlijk zijn alle problemen hierin te vangen.
Soms is de symboliek echter moeilijk te herkennen.
​
In dit onderdeel ga je je voorlopige probleem beschrijven.
Wat is nou eigenlijk je probleem.
Ga op zoek naar je fouten of zaken die je als chaos ervaart.
​
Je kunt stellen dat je probleem altijd het verschil is tussen je situatie en je wens.
Je zit in een situatie en wilt iets daarin iets anders. Dat is je wens.
En er is ook iets dat ervoor zorgt dat je die wens nog niet hebt gerealiseerd.
Dat is je probleem.
Veel mensen starten met de gedachte dat de ander iets fout doet.
Misschien is dat ook zo maar jij bent er ook bij.
Jij richt je aandacht/energie op "iets". Dat "iets" groeit door jouw aandacht/energie.
Wanneer dat onbewust is gebeurt dat ook...
​
Zolang jij deze situatie creëert (met die ander) verandert er niks en zal je patroon dieper inslijten.
Hier werk je aan je eigen aandeel.
Misschien is er sprake van arrogantie...(ik ben perfect), misschien iets van zelf vernedering ... (ik ben waardeloos) maar waarschijnlijk iets daartussenin.
Neem pas na het uitwerken van je patroon verantwoording voor de keuzes die je wel of niet maakt.
Iets aan iemand anders proberen te veranderen zal niet lukken zolang jij hetzelfde blijft doen. Zorg er dus voor dat je aan je eigen probleem (eventueel met die ander) werkt.
Dus wat je zelf voelt, denkt of doet.
​
Hoe heb je deze situatie gecreëerd.
Bedenk welke mensen, wat voor soort mensen, jij in je leven nodig hebt om deze situatie te creëren.
Op wie ben je jaloers en waarop. Op wie ben je boos en waarop ben je boos, angstig of verdrietig.
Welke kwaliteiten heeft die persoon die jij graag zou willen hebben.
Welke verafschuw je.
Beschrijf ook welke mogelijkheden je aan de ander geeft om deze probleem situatie te creëren.
Wil je rozenblaadjes strooien naar je onderdanen of geef je ze al een stok om mee te slaan...
​
Bij je wens kun je nog onderzoeken of dit een aangeleerd verlangen is of dat het een natuurlijk noodzakelijk verlangen is.
​
1 noodzakelijke natuurlijke.
2 niet noodzakelijke natuurlijke.
3 niet noodzakelijke, niet natuurlijke.
​
De eerste soort verlangens zijn natuurlijk en belangrijk om na te streven.
Het zijn verlangens zoals voeding tegen honger, vocht tegen dorst, balans tussen koude en warmte, en vriendschap tegen eenzaamheid.
de tweede zijn wel natuurlijk maar nooit volwassen geworden.
Het zijn verlangens zoals teveel eten, snoep, teveel kleren, teveel vrienden.
De derde soort verlangens zijn de aangeleerde. Je hebt er nooit genoeg van.
Dit zijn verlangens zoals macht, status en rijkdom.
Ze zijn als het drinken van zeewater. Je krijgt er alleen maar dorst van.
​
Niets is genoeg voor wie genoeg te weinig vindt.
Welke rij hieronder past bij jouw probleem. En waar zit de afwijking zodat je ook die andere emotie helder kunt krijgen en hem kunt doorvoelen/verwerken en er een mooie kloppende visualisatie op kunt make
​
​
SITUATIE...........................
Eerst beschrijf je de situatie waarin jij een probleem ervaart.
Wat is de aanleiding, de trigger waardoor je probleem opspeelt.
Bijvoorbeeld;
Uitbreiding - Inperking, Hoop - Onzekerheid, Verbinding - Ballast.
​
WENS..............................
Daarna beschrijf je je wens, je verlangen, je doel.
Wat zou je willen / doen/ zijn/ hebben bij die situatie.
​
VERSCHIL.....................
Daarna beschrijf je het verschil tussen deze twee en heb je je voorlopige probleem wat je eventueel kunt bijstellen tijdens het volgen van de stappen in de header.
​
PROBLEEM.......................
Beschrijf de samenvatting van je probleem in een zin.
​
Kies bij welk gebied dit een probleem het meest thuis hoort;
​
A (Mijn) Territorium - Positie (ook wel aanval/contactconflict)
B (Mijn) Eigenwaarde - Integriteit (ook wel inbreukconflict)
C (Mijn) Hechten - Loslaten (ook wel brokconflict)
​

​
Ben je geen schrijver... geen punt.
Teken je probleem. Maak een schets van jezelf in de situatie die je als een probleem ervaart..
Zoek er een symbool bij of een archetype... Ben je de heerser, schepper, onschuldige, wijze, ontdekker, magiër, rebel, held, nar, bondgenoot, minnaar, zorggever etc.
Teken, plak of knip of schrijf het op je spiegel.
Als je niet bewust hebt wat je patronen zijn is blijf je het herhalen en geef je het ook weer door aan je kinderen.
Op de wind heb je geen invloed maar de stand van de zeilen bepaal je zelf.
Wil je wortels of wil je vleugels