top of page

Verwarring over methode?.. Bekijk dan eerst nog even het instructie filmpje bij uitvogelen.

Controleren - Oriënteren

WIN_20210731_16_56_37_Pro (2).jpg
WIN_20210731_16_56_53_Pro (2).jpg

Gedrag – Cluster B (Strakke hand / angst–opwinding)

Kern

Bij cluster B draait gedrag om controleren en oriënteren.
Dit komt niet alleen voort uit negatieve angst: ook bewondering of het volgen van een sterke leider kunnen uit angst ontstaan.

Daarnaast horen nieuwsgierig en onderzoekend gedrag bij deze categorie.

Dynamiek

  • In deze fase is er kans op beloning of pijn.

  • Als je vooral bij de ander zoekt, is je behoefte aan bescherming waarschijnlijk hoog.

  • Veel creativiteit komt voort uit deze emotie: je oriënteert, controleert, oefent en traint.

  • Denk je dat je het niet kunt, dan kan dit omslaan in:

    • onverschilligheid

    • ontkennen

    • weglachen

    • jezelf buitensluiten (afzonderen)

Controle kan ook dienen om niet te hoeven voelen.
Het stabiliseert de situatie, maar verandert haar niet → het verdiept het patroon.

Dubbel gedrag

Wanneer angst nog geen richting heeft gekregen, kan gedrag dubbel zijn:

  • Sommige mensen gaan eten; de hormonen in deze fase zorgen dan voor vetopslag – een manier om een besluit uit te stellen.

  • Het kan ook leiden tot cynisme – de gestolde vorm van wanhoop.

  • Perfectie komt vaak voort uit de angst voor kritiek.

Groep & macht

  • Je kwaliteiten zijn tegelijk je beperkingen.

  • De vraag is: Kun je meedoen met de groep waarin je je bevindt – en is dat ook de groep waarin je wilt zijn?

  • Soms uit dit zich in openbare terechtstellingen (bijv. op social media), om jezelf veilig te voelen door de kwetsbaarheid bij de ander te leggen.

  • Zoals bij een kudde dieren: als één dier wordt gepakt, komt er rust in de groep – want de rest voelt zich buiten gevaar.

  • Ook macht kan hier een rol spelen: het vermogen om het gedrag van anderen te sturen, zodat je zelf geen angst hoeft te voelen.

Kanten van angst

  • Afwezigheid van angst kan leiden tot een illusie van standvastigheid.

  • Soms is juist “help” zeggen het meest moedige wat je kunt doen.

  • Als niets meer helpt om de angst te bedwingen, blijft er vaak maar twee uitwegen:

    • onderwerping (C)

    • of de aanval (A).

Kernwoorden cluster B

Kunnen en durven – dat zijn de twee polen waar dit gedrag steeds tussen beweegt.

👉 Reflectievraag:
Waarin merk jij dat je probeert te controleren of te oriënteren – en helpt dat je vooruit, of houdt het je juist vast?

​

​

Kwaliteiten, beperkingen en groepsgedrag

Elke kwaliteit kan ook een beperking zijn. De vraag is: kun je werkelijk meedoen met de groep waarin je je bevindt, en is dit de groep waar je bij wílt horen?

Soms zoeken mensen veiligheid in een openbare terechtstelling, bijvoorbeeld op sociale media. Daarin lijkt het alsof je veilig bent, zolang de aandacht op een ander gericht is. Het doet denken aan de rust in een kudde dieren: wanneer één dier gegrepen wordt, weten de anderen dat zij voorlopig buiten gevaar zijn.

Een andere dynamiek is macht: het vermogen om het gedrag van anderen te sturen, zodat je zelf geen angst hoeft te voelen. De afwezigheid van angst kan daarbij de illusie van standvastigheid wekken.

Toch is soms juist het tegenovergestelde moedig: “help” zeggen kan een daad van lef zijn.

Wanneer niets meer helpt om de angst te bedwingen, blijven vaak slechts twee uitersten over:

  • onderwerping (C), of

  • de aanval (A).

Tussenin bevindt zich B-gedrag, dat vaak draait om kunnen en durven: het zoeken naar balans tussen overgave en daadkracht.

Schaamte en zelfrespect

Schaamte ontstaat vaak als reactie op niet verwerkte angst of op een overmatige beloning.

Wanneer jij je schaamt, onderzoek dan vooral: wat kan ik doen om mijn zelfrespect weer terug te krijgen?

En wanneer jij vindt dat iemand anders zich zou moeten schamen of zwijgen, stel jezelf dan de volgende vragen:

  • Is de schaamte of schuld logisch en onderbouwd?

  • Gaat het om een kwestie van integriteit?

  • Wie heeft er nog meer belang bij dat gevoel van schuld of schaamte?

  • Is degene die zich moet schamen consistent geweest, of heeft hij/zij eerder tegengesteld gehandeld?

  • Wat is zijn of haar positie in dit geheel?

  • Is de informatie actueel en waarom is die juist op dit moment naar voren gebracht?

  • Is de informatie volledig, of ontbreekt er iets dat de situatie in een ander licht zou kunnen plaatsen?

Soms vraagt het kracht om vast te houden, maar net zoveel moed om los te laten.

​

bottom of page