Uitvogelen
Een gestructureerde methode voor reflectie
1 minuut
A Boos - Blij/Enthousiast
B Bang - Opgewonden
C Verdrietig - Tevreden
.
Noodzakelijke informatie
Je gaat hier op zoek naar de emotie die aan een dit probleempatroon gekoppeld is.
Wanneer het lastig is om te benoemen welke emotie het sterkst is doe je de test met de vuist.
Door je probleem uit te spreken met een slappe, strakke hand of vuist kun je voelen welke emotie het best past.
​
Spreek je probleem uit met een gebalde vuist=A.
Spreek tot slot je probleem uit met een strakke hand=B
Spreek dan je probleem uit met een slap handje=C.
​
Boven genoemd voorbeeld kun je ook doen met bijvoorbeeld je neusvleugels of je tenen.
Je komt makkelijker in contact met je emotie wanneer je je kin naar de horizon laat wijzen en je ogen naar de grond.
Endoderm
Ectoderm
Mesoderm
Aanvullende informatie
Een emotie is een gevoel over een situatie of een interpretatie van een lichamelijke beleving. Je hebt een lichamelijke reactie en concludeert dat dat bijvoorbeeld prettig of vervelend is.
Niemand geeft je een gevoel... het is altijd jouw interne respons wat jou dat gevoel geeft.
Ze kunnen zich (extreem) gedragen maar het is jouw gevoel.
Het is jouw interpretatie van je lichamelijke reactie op dat gedrag die dat gevoel geeft.
Er worden hormonen geactiveerd die op hun beurt weer neuronen activeren.
Bij alle emoties is Cortisol betrokken maar elke emotie heeft zijn eigen mix.
De organen, hart en longen zijn bij alle emoties betrokken.
Zij reguleren het ritme en de temperatuur die nodig is.
Die neuronen geven letterlijk richting via uitsteeksels (de dendrieten en axonen) aan die emotie.
Herken de emotie, wordt observator wees er nieuwsgierig naar. Hoe meer je weet van je emoties hoe beter je ze kunt aansturen.
De situatie die ten alle tijde de meest heftige emotie veroorzaakt is controle verlies.
Hoe je daarop reageert hangt af van de patronen/algoritmes die je geleerd hebt.
A Emotionele energie kan naar buiten gericht zijn zoals bijvoorbeeld bij boosheid en blijdschap.
B Emotionele energie kan gericht zijn op je persoonlijkheid zoals bijvoorbeeld bij angst of opwinding.
C Emotionele energie kan naar binnen gericht zijn zoals bijvoorbeeld bij verdriet en tevredenheid.
​
En energie kan zich ophopen op een plek in je lichaam wachtend op een object/situatie om zich op te richten..(vrij zwevende energie).
Een ervaring die emotioneel niet afgerond is blijft zich emotioneel herhalen tot het moment dat het er mag zijn.
In die emotie wordt je bewust van vrijheid en ervaar je het vermogen om je te kunnen verbinden.
​
Een emotie wordt veroorzaakt door een gedachte/beeld bij een gebeurtenis.
Soms is die gedachte positief terwijl hij bij anderen negatief is over diezelfde soort situatie. Jij kunt geraakt zijn door iets waar een ander zijn schouders over ophaalt of andersom.
​
Je werkt hier eerst met de meest abstracte emoties om daarna je eigen specifieke te vinden.
De keuzes zijn gebaseerd op naar buiten gerichte emotie voor je positie en territorium, naar binnen gericht voor onderhoud en herstel en emotie gericht op groei en herstel.
De tweetallen die steeds aangeboden worden zijn als het ware de grootst mogelijke tegenpolen van een bepaalde richting.
De emotie die je hier gaat beschrijven is de emotie die je voelt tijdens de situatie die je bij PROBLEEM beschreven hebt.
Waar komt dit het meest dichtbij.
A=Boos - Blij, B=Bang - Opgewonden, C=Verdrietig - Tevreden.
​
Hier gaat het niet over wat je precies voelt maar in welke richting deze emotie gaat.
Het maakt groot verschil of je boos, bang of verdrietig bent.
Elke emotie heeft ook zijn eigen gedachten of beelden.
Je hebt alleen niet altijd bewust welke beelden...
En die beelden bepalen weer wat je gaat doen en hoe je reageert.
Pijnlijke emoties hebben de neiging om snel verdrongen te worden.
Biologisch is dat ook vaak een juiste beslissing.
Kinderen tot 7 jaar kunnen situaties en de emoties die daarbij loskomen niet kritisch beoordelen of beredeneren. Ze zijn in een soort van hypnotische staat en vibreren mee met hun omgeving.
Emoties die worden verdrongen hebben ook verdrongen gedachten/beelden..
​
In het schema gaat het over de afstemming van je emotie op de andere onderdelen.
Je kiest dus een richting om een goede analyse van je probleem te kunnen maken.
Als je die richting helder hebt kun je je eigen specifieke woorden er aan te geven.
​
P.S. een uitgesteld conflict is een vermenigvuldigd conflict.
​
Soms kom je in een acute situatie met iemand die je triggert en je moet die persoon op dat moment toch te woord staan. Daarvoor een visualisatie advies.
Maak een beeld van die persoon terwijl ze in hun ondergoed staan. Laat ze in je visualisatie hun broek afzakken terwijl ze praten net zolang als nodig is. Of laat hun mond schuimen, laat er schuim uitkomen tot alles wat er gezegd moest worden gezegd is.
Door dit beeld op te roepen neem je een beetje afstand en laat je het bij de ander.
Kennelijk heeft die ander dat even nodig maar daarmee hoeft het jouw nog niet te raken.
​
Voel je je schuldig dan kun je onderzoeken wat je kunt doen om het weer goed te maken.
​
Hoe meer je kunt ervaren wat je voelt hoe bewuster je bent.
Oefen eens met "goh, dat ik dat voel".
Maar ook muziek kan een hoop emotie oproepen of verklaren.
Voel maar eens of die muziek boos/blij, bang/opgewonden of tevreden/verdrietig is.
Misschien mag je daarin bijvoorbeeld wel woede zonder gevaar voelen....
-
Beschrijf de situatie die je als probleem ervaart.Het gaat om een voorlopige beschrijving van je probleem. Je kunt altijd weer bijstellen. Je beschrijft de (soort) situatie die je als probleem ervaart. In een probleempatroon is er ook vaak een trigger. Een trigger die maakt dat je in je probleempatroon komt. Een trigger is dus niet het probleem maar datgene wat maakt dat je iets bijna automatisch gaat doen. Bijvoorbeel; Je hebt een nare ervaring terwijl je ijs aan het eten bent. Het ijs kan dan jaren daarna nog steeds zorgen voor hoofdpijn. Niet omdat het ijs hoofdpijn veroorzaakt maar omdat er een onverwerkt probleempatroon achter zit.
-
Beschrijf de wens die je bij deze situatie hebt.Je zit in een situatie en wilt wat anders, je wilt iets wel of niet herhalen of je wilt anders zijn/doen. Je wilt die... (ontsteking, eenzaamheid, baan, kilo's, relatie etc.) kwijt en...(blij, tevreden, aktief, veilig, gezond) zijn. Daar zit je wens. Beschrijf dit zo concreet mogelijk. Vertel het filmisch. Kun je het voordoen. Kun je het nadoen.
-
Beschrijf het verschil tussen die situatie en die wens.Er is iets dat er voor zorgt dat je wens nog niet gerealiseerd is. Het verschil tussen je situatie en je wens is je probleem. Er is dus iets wat maakt dat je je wens niet realiseert..... Bij een terugkerend probleem of overkoepelende situaties is er een aanleiding tot dat probleem. Dat is je trigger.
-
Beschrijf dit probleem nu in 1 zin en begin die zin met; "Ik.....""Door het in 1 zin te formuleren maak je het overzichtelijk en door te beginnen met "ik (heb een probleem met)" neem je verantwoording. Iemand anders veranderen zal je niet lukken zolang jij hetzelfde blijft doen. Werk dus aan je eigen probleem (eventueel met die ander). Dus wat je zelf ervaart, voelt, denkt of doet. Soms werkt het goed om de eerste gedachte als je wakker wordt uit te werken als probleem.
-
Als je dit terug brengt naar de drie oerproblemen in de biologie waar lijkt dit probleem dan het meest op.A= Territorium-Positie B= Eigenwaarde-Integriteit C= Hechten- Loslaten A De energie voor territorium kan bijvoorbeeld gaan over de grond waar je op leeft maar ook over taken die je tot jouw terrein beschouwd. Je kunt het letterlijk en figuurlijk nemen. Je rol in het gezin, op je werk of in je sociale situatie zou bijvoorbeeld positie /territorium kunnen zijn. Maar ook ergens gescheiden worden of juist willen zijn. Zeg maar jager of prooi. B De energie voor eigenwaarde/identiteit heeft meer te maken met wie je bent en wie je zou willen zijn/worden. Kun je wat je nodig hebt. Zeg maar gevaar of nieuwigheid. Past jouw vorm, persoonlijkheid bij je situatie. C De energie voor hechten heeft meer te maken met iets toelaten als bij jou passend of juist niet. Iets wel of niet innemen/aannemen letterlijk of figuurlijk. Of juist iets achter je laten omdat het niet goed voor je is. Afsluiten. Past jouw tempo bij deze situatie. Een letterlijke of figuurlijke brok. Zeg maar zorg en vertering.
-
Welk doel zou je energierichting moeten hebben.Dit probleem ga je doelgericht aanpakken waarbij je energie de juiste richting moet hebben. Welke richting heeft jouw energie bij dit probleem. A= Focus of niet. B=Verkenning of niet. C=Verbinding of niet.
-
Wanneer is een acuut conflict actief of opgelostTrauma; Je voelt in de eerste fase dat er kou is in je handen, de top van je neus, je voeten. Je slaapt slecht en voelt weinig behoefte aan eten. Wanneer je je trauma oplost kan het zijn dat je je even ziek gaat voelen omdat het lichaam zich weer gaat instellen op terugzetten naar normaal. Het hulpweefsel wordt weer afgevoerd en dat gaat vaak gepaard met ontstekingen. Je voelt warmte, soms klachten en pijn. Deze fase heeft vaak nog een piek en daarna ga je terug naar veilig, naar normaal. Trigger; Je hebt duidelijk welke associatie het hier betreft en naar welk patroon dit verwijst. Patroon; Je hebt helder wat je lichamelijke reactie, emotie, denken en gedrag hierin is en waarin je nu congruent bent of waar er sprake is was van cognitieve dissonantie Spoor; De herhaling van dit patroon en welke triggers er zijn is duidelijk en is te herleiden naar het oorspronkelijke trauma. Je kunt nu werken aan een beter scenario in visualisatie. Een oud conflict is opgelost als je er om kunt lachen.
Verdrietig Tevreden
Bang Opgewonden
Boos Blij/Enthousiast
KIES de emotie die het meest past bij dit probleem...
​
A Boos - Blij/Enthousiast
B Bang - Opgewonden
C Verdrietig - Tevreden
​
Verwarring over methode?.. Bekijk dan eerst nog even het instructie filmpje bij uitvogelen.